De mensen achter 'De Commanderie'
Onze vereniging draait op mensen met een groot hart voor erfgoed, geschiedenis en de streek.
Achter elk artikel, elke activiteit en elke publicatie staan vrijwilligers met een rijk verleden, een brede kijk en een gedeelde missie: het bewaren en doorgeven van wat Gruitrode zo bijzonder maakt.
Ze brengen elk hun eigen ervaring en talent mee — van lesgevers en historici tot creatievelingen en doeners.
Wat hen bindt? De liefde voor het lokale verhaal.
“HEEMKENNIS leidt tot HEEMLIEFDE en daarna tot HEEMSCHUT”
“Geen kerktorenmentaliteit, maar samenwerken!”
Al tientallen jaren bestudeer ik onze lokale geschiedenis, wat geleid heeft tot heel wat artikels. Ik ben bijzonder trots op de publicatie van Det waas Roy! Gruitrode, een Limburgs dorp in de kering (1794-1976), een standaardwerk dat tot stand kwam met verschillende auteurs binnen de feitelijke vereniging Det waas Roy.
Enkele maanden geleden richtten we vzw De Commanderie op, met een bredere doelstelling en structurele verankering. Als voorzitter wil ik mee bouwen aan een erfgoedwerking die verder kijkt dan de kerktoren. Gruitrode was historisch gezien nooit een eiland. Dat engagement vertaal ik ook in mijn functies als ondervoorzitter van Erfgoed Bree, bestuurslid van het Internationale Bokkenrijders-genootschap en de Breese kring ’t èzendröpke, en als secretaris van de kerkfabriek St.-Gertrudis.
Ik werkte mee aan boeken zoals Duizend jaar Bree Breedvoerig herdacht, De Abeek Levensader van beide Limburgen en Pieter Bruegel, een Limburger?! De verborgen jeugd van een beroemd schilder. Een kritische analyse van de bronnen. In de reeks Limburgse Monografieën schreef ik bijdragen over Louis Clysters (nr. 94), Jaak Dreesen (nr. 101), Jaak Leyssen (nr. 128) en Jacques Van Baelen (nr. 133).
Mijn grote wens is dat ons kasteel — de blikvanger van onze gemeente — eindelijk de restauratie krijgt die het verdient. Daar zullen we ons als kring zeker voor inzetten.
“Op zoek gaan naar de verklarende samenhang tussen gebeurtenissen!“
Mijn interesses gaan naar een verscheidenheid van historische onderwerpen met streekgebonden impact. Ik heb belangstelling voor de haast onbegrijpelijke gruwel van (burger)oorlogen en kolonisatie, tot de absolute schoonheid van samenleven en van cultuur en kunst. Vooral de Vlaamse Primitieven — zoals de miniaturisten, de Gebroeders Van Eyck, Jeroen Bosch en Pieter Bruegel de Oude — fascineren me.
Ik ben steeds op zoek naar de verklarende samenhang tussen gebeurtenissen en de manier waarop mensen dit moeten ondergaan of net een activerende rol spelen. Met veel goesting en in de hoedanigheid van secretaris sta ik mee aan de wieg van de Heem- en Cultuurkring ‘De Commanderie’ in Gruitrode en omgeving. We kijken er naar uit het rijke en boeiende verleden van onze streek te ontsluiten voor ons, mensen, die eruit voortgekomen zijn.
“Het verleden geeft ons een identiteit: die mogen we de jeugd niet onthouden!“
De cursussen krijgsgeschiedenis op de Koninklijke Militaire School (KMS), de militaire universiteit, de ervaringen opgedaan tijdens de verschillende militaire operaties en de geschiedenis van mijn militaire eenheid wakkerden mijn interesse aan voor het verleden, voor geschiedenis en voor het erfgoed van mijn eigen regio.
Deze interesse is begonnen bij mijn vader, Pierre. Hij was – net als ik – erg begaan met het sociale weefsel van de gemeente: hij was bestuurslid van voetbalclub SK Gruitrode en van de Wittefeesten. Hij heeft ook een fantastisch dialectwoordenboek geschreven van het ‘Bocholter dialect’ met 10.000 woorden, mooie gedichten en interessante anekdotes uit zijn kindertijd.
Ik ‘ontwierp’ de traditiezaal van mijn militaire eenheid en schreef boeken over de eenheid waaronder de “Kroniek van de Belgische Regimenten Karabiniers – Deel I (1830-1992) & Deel II (1914-1918)”. De geschiedenis van mijn militaire eenheid liep immers volledig parallel met de ontstaansgeschiedenis van België aangezien het Regiment Carabiniers Prins Boudewijn ontstaan is op 27/09/1830 op de Brusselse barricaden tijdens de woelige septemberdagen van 1830. Kroonprins Boudewijn (1869-1891), die zijn naam aan mijn regiment gaf, heeft op het einde van de 19de eeuw in de 1ste compagnie gediend die ik ook bevolen heb: ze kreeg daardoor de naam de “Royal First”.
Ik wil vooral mijn (klein)kinderen en de Gruitrodense jongeren laten kennismaken met de geschiedenis en het erfgoed van hun dorp en regio, ze helpen een identiteit te geven en er trots op te zijn.
“Als heemkundige animator en auteur me verder verdienstelijk te maken !“
Doorheen de jaren schreef ik honderden bijdragen over geschiedkundige, volkskundige en kunsthistorische onderwerpen, waarvan 76 in boekvorm. Daarnaast werkte ik mee aan 143 historische, culturele en literaire tijdschriften in Vlaanderen, Nederland, Duitsland en Frankrijk.
Mijn wetenschappelijk studiegebied houdt voornamelijk verband met de geschiedenis van het hertogdom Brabant en het graafschap Loon, het bouwkundig, kunsthistorisch en volkskundig erfgoed van de Kempen en onderwerpen uit de volksdevotie. Heel wat publicaties zijn gewijd aan de geschiedenis van de orgelcultuur in de Nederlanden maar ook biografische studies genieten zijn voorkeur.
Sinds 1968 werk ik mee aan het Nationaal Biografisch Woordenboek. In 2010 werd ik hoofdredacteur van de literair-biografische reeks Limburgse Monografieën, waarin ik tot nu toe zelf al 45 afleveringen liet verschijnen. Verder was ik oprichter van de Gouw Limburg binnen het Verbond voor Heemkunde (1974) en was ik tot 2020 een vaste medewerker aan het tijdschrift Heemkunde Limburg. Van 1974 – 1991 was ik nationaal voorzitter van het Verbond voor Heemkunde en werd ik later (1991 – 1996) algemene directeur van die vereniging.
Van 1983 – 1996 was ik hoofdredacteur van het tijdschrift Ons Heem en maakte ik deel uit van de Kon. Commissie voor Monumenten en Landschappen in Brussel (1975-1984) en in Limburg (1992-2004).
Ik ben tevens ook lid van de Kon. Zuid-Nederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis (1974), de Vereniging van Kempische Schrijvers (1975), de Kon. Vereniging van Limburgse Schrijvers (1966-1973; 1992-) en heel wat geschied- en heemkundige kringen.
In 2012 verscheen mijn biografie door Luc Van de Sijpe onder de titel Jan Gerits, Limburgs’ grootste publicist én specialist van de heemkunde (Limburgse Monografieën, jg. 23, 2012, nr. 4, 50 p., ill.).
“Ik wil als werkend lid een bijdrage leveren aan het uitdragen van ons erfgoed!”
Sinds mijn pensioen in 2020 verdiep ik me al vijf jaar in de stamboom van onze familie. Ik kon teruggaan tot 1700, met vertakkingen van Antwerpen tot de kust. Het zoeken naar bronnen en verbanden blijft een boeiende uitdaging — en precies dat heeft mijn interesse voor het lokale verleden aangewakkerd.
Via Det Waas Roy kwam ik bij de eerste vergadering van De Commanderie terecht. Wat me meteen trof, was de ervaring en passie van het bestuur. Voor zo’n ploeg wil ik me graag inzetten. Als werkend lid hoop ik een waardevolle bijdrage te leveren aan het levend houden van ons erfgoed — vooral het recentere verleden boeit me bijzonder.
“Kwaliteitsvolle vormgeving is een toegevoegde waarde voor het eindproduct!“
In 1985 volgde ik een opleiding grafische informatica in Turnhout. Ik liep vervolgens stage in een aantal grafische bedrijven en koos daarna voor een zelfstandige-statuut als DTP-er, ontwerper, lay-outer en uitgever van flyers, brochures, tijdschriften en boeken.
Ik verzorgde de publicaties van het Centrum voor Gezinswetenschappen in Schaarbeek, het Centrum voor Ervaringsgericht Onderwijs van de KULeuven, de koepel van het Provinciaal onderwijs Brussel.
Bepaalde projecten lopen ook na mijn pensionering door: uitgaven voor o.a. voor de kruisheren, de Aldenborghstichting van Weert, de Geschied- en Heemkundige kring van Thorn, Kunstkring Arnold Sauwen Stokkem, de Geschied- en Heemkundige Kringen Utersjank van Opoeteren en Ezendröp Bree.
Sinds het overlijden van de voorzitters van Familiekunde Vlaanderen, afdeling Limburg ben ik ook eindredacteur van het tijdschrift voor genealogie De Rode Leeuw. Ik was intens betrokken bij de Gruitroder realisaties: “Det waas Roy – een dorp in de kering” en “Hûzer in Roy” en wie weet wat er zal groeien uit de nieuwe vzw De Commanderie die recent boven de doopvont werd gehouden.
“Marij GABRIËLS, een Royenaar met een groene levensfilosofie en heimwee naar het verleden!”
Van thuis uit heb ik het respect voor milieu en dieren meegekregen, maar ook voor erfgoed. Vooral in de zin van hergebruiken wat je dierbaar is en je talenten inzetten om dit een nieuw leven te geven.
Ik heb het geluk gehad om vanuit deze levensfilosofie een beroep te kiezen. Ik run – intussen al 34 jaar – een ecologisch en duurzaam architectenbureau in de tuinwijk van Hasselt. Roy ligt me nauw aan mijn hart. Ook al reizen we met onze honden heel Europa af om aan schapen-drijven te doen; ik ben altijd blij als we terug zijn. Ik geniet telkens weer van de geur van onze bossen, van het zand tussen mijn tenen, van den Oudsberg, van een lekkere tas koffie of lekker eten in ons dorp.
Ik ben een geëngageerd persoon: kritisch en zelfstandig. Het is vanuit de liefde voor Roy, mijn expertise in (ge)bouwen en mijn levensfilosofie dat ik graag het engagement opneem in deze vereniging. Ik vrees dat het ook wat met mijn leeftijd te maken heeft, waardoor ik vaak met heimwee terugkijk naar ons dorp van toen en het leven van toen. Het zijn die herinneringen, eigenlijk de herinneringen van iedere Royenaar, die ik wil helpen vastleggen en bewaren. Herinneringen in alle vormen, maar vooral herinneringen aan onze prachtige, oude gebouwen: groot en klein. En bij uitbreiding de open ruimte en onze fantastische en rijke natuur.
“Theo GEUSSENS, een Royse scheikundige en geoloog met interesse voor de Royer geschiedenis!”
Maar mijn doel was toch om in de industrie te gaan werken: ik vond een betrekking in de R&D-afdeling van Dow Belgium, een dochter van het Amerikaanse Dow Chemical.
Na 9 jaar in Tessenderlo aanvaarde ik een aanbod in de afdeling Technische Klantenondersteuning en Ontwikkeling voor de kunststof polyetheen, eerst in Terneuzen, nadien in Tarragona, Johannesburg en de laatste 17 jaar in Horgen bij Zürich.
Na de sluiting van de afdeling in de nasleep van de Coronacrisis in 2021 kwam ik terug naar Gruitrode en nu werk ik nog deeltijds in dezelfde sector tot mijn pensioen einde 2024.
Ik ben door mijn vele omzwervingen in het buitenland vrijgezel gebleven. Intussen had ik er niet veel zin meer in om gedurende koude winternachten door een telescoop naar de maan en planeten te kijken, maar de cursus geologie in het LUC wekte pas echt mijn interesse voor geologie en fossielen. En dat is nu mijn belangrijkste hobby.
Als leerling aan de jongensschool interesseerde mij de verhalen rond het kasteel, zijn vergeetput en de (eventuele) geheime gangen.
Tijdens de laatste renovatiewerken van de kerk en ben ik gaan kijken naar de opgravingswerken in de kerk o.l.v. archeoloog Guido CREEMERS uit Meeuwen, die ik toen al kende via de Geologische en Archeologische werkgroep Noord-Limburg, waar ik in het bestuur zat. Met het interieur en de ramen tijdelijk verwijderd of afgedekt en de vloer opgebroken, kon men zich wel terug in de tijd van de Middeleeuwen en de Duitse Ridderorde wanen.
Deze interesse voor de geschiedenis van mijn geboortedorp is nog steeds sterk aanwezig en daarom besloot ik om bestuurslid te worden van de vzw ‘De Commanderie’.
“Roy det zal blieven ’t durp van uis hart!”
In het voorjaar van 1994 publiceerde Het Belang van Limburg de stafkaarten van alle Limburgse gemeenten. Bij het zien van de kaart van Gruitrode maakte de schoonheid en de diverse historische en landschappelijke kenmerken indruk op me.
Als landbouwer zoon interesseert me dan ook vooral door wie en hoe hieraan werd meegeholpen. De boeken ‘Det waas Roy, een dorp in de kering’ en ‘Hûzer van Roy’ waren voor mij ook heel verhelderend. Het is dan ook een eer om mee te mogen werken met de Heem- en Cultuurkring ‘De Commanderie’ en dat ik mijn steentje mag bijdragen aan het behoud van de ziel van ons mooie dorp, Gruitrode.